Gulden snede fotografie en de regel van derden: harmonie in beeldcompositie
De gulden snede fotografie en de regel van derden zijn ontworpen om een foto er bijzonder harmonieus uit te laten zien. We laten je zien hoe je met de gulden snede en de regel van derden kunt werken bij het maken van foto’s en het bewerken van afbeeldingen.

Een oude fotografenregel zegt: het hoofdobject mag niet in het midden van de foto staan. Het maakt niet uit of je architectuur of mensen fotografeert: Als je het object iets opzij plaatst of verticaal verschuift, ziet de foto er bijzonder harmonieus uit en straalt hij meer schoonheid uit. Er zijn verschillende regels die helpen bij een nauwkeurige beeldcompositie: de gulden snede, de regel van derden en de Fibonacci-spiraal (gouden spiraal).
In dit artikel verduidelijken we eerst de termen. Daarna lees je hoe je direct kunt fotograferen met de gewenste beeldcompositie en hoe je vervolgens bestaande beelden kunt uitlijnen met de gulden snede, de regel van derden of de gouden spiraal.

Hoe de ‘regel van derden’ werkt
De regel van derden is bijzonder eenvoudig uit te leggen: Trek twee lijnen horizontaal en twee lijnen verticaal door de foto met gelijke intervallen, zodat er negen beeldsegmenten ontstaan. Het hoofdobject moet op het snijpunt van twee lijnen liggen of langs één lijn lopen.
Verwar de regel van derden niet met de gulden snede, die we zo dadelijk zullen uitleggen. De regel van derden en de gulden snede zorgen er echter wel voor dat het hoofdobject niet in het midden staat en dat een horizon niet in het verticale midden van de foto ligt. De regel van derden en de gulden snede gelden zowel voor staande als liggende formaten en voor elke beeldverhouding.

Een beetje wiskunde voor de ‘Gulden Snede’ en de ‘Fibonacci-spiraal’
Voor de gulden snede fotografie heb je eerst een verticale lijn nodig. Deze verdeelt de foto in twee ongelijke delen die ongeveer 61,8 en 38,2 procent van de lengte van de foto in beslag nemen. Maak vervolgens een horizontale lijn die de foto verticaal verdeeld, ook in de verhouding 61,8 tot 38,2.
Het maakt niet uit of de oriëntatielijn meer naar links of naar rechts, meer naar boven of naar onder wordt geplaatst. Het belangrijkste is dat het hoofdobject op een van deze lijnen is georiënteerd, bij voorkeur precies op het snijpunt van beide lijnen. Sommige fotoprogramma’s tonen twee verticale en twee horizontale beeldlijnen voor de gulden snede – dus alle opstellingen zijn beschikbaar. De Fibonacci-spiraal kan dan worden afgeleid uit de gulden snede.
Let op de juiste compositie bij het maken van foto’s
Je kunt de compositie van de foto al tijdens het nemen bepalen: veel camera’s tonen oriëntatielijnen in de zoeker en op de monitor volgens de regel van derden. Dit maakt het gemakkelijk om de foto samen te stellen volgens de regel van derden.
Camera’s tonen minder vaak lijnen voor de gulden snede. Maar je kunt alle lijnen op het beeldscherm van de camera weergeven: Plak monitorbeschermfolie op het beeldscherm en teken de oriëntatielijnen met permanent marker.

Hoe krijg ik de beste resultaten?
Fotografeer je onderwerp niet te strak. Laat wat ruimte over aan de linker- en rechterkant van de foto, zodat je achteraf vrij de gulden snede of de regel van derden kunt instellen op de computer – dit is veel flexibeler dan direct bij het maken van de foto te moeten letten op de perfecte beeldcompositie. Bij het bijsnijden kun je tegelijkertijd een compositie zoals de gulden snede fotografie en een bepaalde beeldverhouding zoals 3:2 opgeven.
Volg de compositieregels niet te strikt; de regel van derden of de gulden snede zijn niet altijd ideaal. Snijd bijvoorbeeld het hoofdobject niet te dicht bij en behoud een harmonieuze algemene indruk – zelfs als de lay-out van de foto dan niet meer strikt de “wetten” volgt.